Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal verblassen

Vertaal verblassen van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verblassen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verblassen (Duits) in het Zweeds

verblassen:

verblassen werkwoord (verblasse, verblasst, verblasste, verblasstet, verblaßt)

  1. verblassen (verflauen; erschlaffen; nachlassen; )
    blekna
    • blekna werkwoord (bleknar, bleknade, bleknat)
  2. verblassen
    försämras
    • försämras werkwoord (försämras, försämrades, försämrats)
  3. verblassen (erbleichen; erblassen; verschießen)
    bli blek; vitna
    • bli blek werkwoord (blir blek, blev blek, blivit blek)
    • vitna werkwoord (vitnar, vitnade, vitnat)
  4. verblassen (erbleichen; erblassen; bleichen; auswaschen)
    blekna; blekna bort
    • blekna werkwoord (bleknar, bleknade, bleknat)
    • blekna bort werkwoord (bleknar bort, bleknade bort, bleknat bort)
  5. verblassen (erblassen; schießen; bleichen; erbleichen; auswaschen)
    ljusna; falna; blekna; bli blek
    • ljusna werkwoord (ljusnar, ljusnade, ljusnat)
    • falna werkwoord (falnar, falnade, falnat)
    • blekna werkwoord (bleknar, bleknade, bleknat)
    • bli blek werkwoord (blir blek, blev blek, blivit blek)

Conjugations for verblassen:

Präsens
  1. verblasse
  2. verblasst
  3. verblasst
  4. verblassen
  5. verblasst
  6. verblassen
Imperfekt
  1. verblasste
  2. verblasstest
  3. verblasste
  4. verblassten
  5. verblasstet
  6. verblassten
Perfekt
  1. habe verblaßt
  2. hast verblaßt
  3. hat verblaßt
  4. haben verblaßt
  5. habt verblaßt
  6. haben verblaßt
1. Konjunktiv [1]
  1. verblasse
  2. verblassest
  3. verblasse
  4. verblassen
  5. verblasset
  6. verblassen
2. Konjunktiv
  1. verblassete
  2. verblassetest
  3. verblassete
  4. verblasseten
  5. verblassetet
  6. verblasseten
Futur 1
  1. werde verblassen
  2. wirst verblassen
  3. wird verblassen
  4. werden verblassen
  5. werdet verblassen
  6. werden verblassen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verblassen
  2. würdest verblassen
  3. würde verblassen
  4. würden verblassen
  5. würdet verblassen
  6. würden verblassen
Diverses
  1. verblass!
  2. verblasst!
  3. verblassen Sie!
  5. verblaßt
  6. verblassend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verblassen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blekna abflauen; abschwächen; auswaschen; bleichen; einschießen; erblassen; erbleichen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; schießen; sichverfärben; verblassen; verflauen; verschießen abbauen; abschwächen; die Farbe wechseln; erblassen; erbleichen; fallen; fortnehmen; herabmindern; herabsetzen; kürzen; mindern; nachlassen; reduzieren; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sich verfärben; sinken; sparen; verknappen; vermindern; verringern; versiegen; wegnehmen; zurückgehen; zusammengehen
blekna bort auswaschen; bleichen; erblassen; erbleichen; verblassen
bli blek auswaschen; bleichen; erblassen; erbleichen; schießen; verblassen; verschießen erblassen; erbleichen
falna auswaschen; bleichen; erblassen; erbleichen; schießen; verblassen
försämras verblassen abfaulen; sich verschlechtern
ljusna auswaschen; bleichen; erblassen; erbleichen; schießen; verblassen aufheitern; aufhellen; aufklären; ausleuchten; beleuchten; belichten; bescheinen; bestrahlen; dämmern; erleuchten; klären; tagen
vitna erblassen; erbleichen; verblassen; verschießen

Synoniemen voor "verblassen":


Wiktionary: verblassen

Cross Translation:
FromToVia
• verblassen → urbleka ↔ pâlir — devenir pâle.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0225 seconde
Page rendered in 1.0 seconds