Duits
Uitgebreide vertaling voor unlenkbar (Duits) in het Zweeds
unlenkbar:
-
unlenkbar (zügellos; unregierbar)
tygellöst; okontrollerad; oregerligt; tygellös; okontrollerat-
tygellöst bijvoeglijk naamwoord
-
okontrollerad bijvoeglijk naamwoord
-
oregerligt bijvoeglijk naamwoord
-
tygellös bijvoeglijk naamwoord
-
okontrollerat bijvoeglijk naamwoord
-
-
unlenkbar (unregierbar; steuerlos; trotzig; widerspenstig; störrisch; widersetzlich; widerborstig; starrsinnig; unhandlich; ungebärdig; schwerhandhabbar)
okontrollerbar-
okontrollerbar bijvoeglijk naamwoord
-
-
unlenkbar (schwerhandhabbar; trotzig; aufsässig; widerspenstig; steuerlos; starrsinnig; störrisch; widerborstig; unhandlich; ungebärdig)
motsträvandet; svårhanterligt; motsträvande-
motsträvandet bijvoeglijk naamwoord
-
svårhanterligt bijvoeglijk naamwoord
-
motsträvande bijvoeglijk naamwoord
-
-
unlenkbar (widerspenstig; steuerlos; störrisch; unhandlich; widersetzlich; widerborstig; starrsinnig; unregierbar)
ohanterligt; oregerlig; oregerligt-
ohanterligt bijvoeglijk naamwoord
-
oregerlig bijvoeglijk naamwoord
-
oregerligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
unlenkbar (starrköpfig; trotzig; aufsässig; schwer handhabbar; unregierbar; widerspenstig; störrisch; widersetzlich; widerborstig; starrsinnig; unhandlich; ungebärdig)
tjurig; halstarrig; envis; envist; tjurigt; halstarrigt-
tjurig bijvoeglijk naamwoord
-
halstarrig bijvoeglijk naamwoord
-
envis bijvoeglijk naamwoord
-
envist bijvoeglijk naamwoord
-
tjurigt bijvoeglijk naamwoord
-
halstarrigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor unlenkbar:
Synoniemen voor "unlenkbar":
Computer vertaling door derden: