Duits
Uitgebreide vertaling voor unheilvoll (Duits) in het Zweeds
unheilvoll:
-
unheilvoll (katastrophal; unglücklich; unselig; elend; verhängnisvoll; unglückselig)
-
unheilvoll (verhängnisvoll; katastrophal; unglückselig; fatal; unselig)
ödesdigert; skickelsediger; skickelsedigert-
ödesdigert bijvoeglijk naamwoord
-
skickelsediger bijvoeglijk naamwoord
-
skickelsedigert bijvoeglijk naamwoord
-
-
unheilvoll (unglücklich; unselig; katastrophal; glücklos; unglückselig)
olycklig; olyckligt; katastrofalt-
olycklig bijvoeglijk naamwoord
-
olyckligt bijvoeglijk naamwoord
-
katastrofalt bijvoeglijk naamwoord
-
-
unheilvoll (atheistisch; schauderhaft; gottlos; unglückselig; schaudererregend)
oreligiös; ateistiskt; oreligiöst-
oreligiös bijvoeglijk naamwoord
-
ateistiskt bijvoeglijk naamwoord
-
oreligiöst bijvoeglijk naamwoord
-
-
unheilvoll (unselig; heillos)
katastrofal; ödesdigert; förödande; katastrofalt-
katastrofal bijvoeglijk naamwoord
-
ödesdigert bijvoeglijk naamwoord
-
förödande bijvoeglijk naamwoord
-
katastrofalt bijvoeglijk naamwoord
-
-
unheilvoll (katastrophal; unglücklich; verhängnisvoll; elend; fatal; unglückselig; unselig)
förskräckligt; förskräcklig; katastrofal; fatalt; katastrofalt-
förskräckligt bijvoeglijk naamwoord
-
förskräcklig bijvoeglijk naamwoord
-
katastrofal bijvoeglijk naamwoord
-
fatalt bijvoeglijk naamwoord
-
katastrofalt bijvoeglijk naamwoord
-