Duits
Uitgebreide vertaling voor trockenlegen (Duits) in het Zweeds
trockenlegen:
-
trockenlegen (einpoldern; entwässern)
-
trockenlegen (austrocknen; vertrocknen; trocknen; schrumpfen; verkümmern; einschrumpfen; eintrocknen; schrumpeln; zusammenschrumpfen; runzligwerden)
Vertaal Matrix voor trockenlegen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
drainera | Abflußkanal; Abführkanal; Abwasserkanal; Kanal; Kanalisation | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
drainera | einpoldern; entwässern; trockenlegen | |
lägga torrt | einpoldern; entwässern; trockenlegen | |
uttorka | austrocknen; einschrumpfen; eintrocknen; runzligwerden; schrumpeln; schrumpfen; trockenlegen; trocknen; verkümmern; vertrocknen; zusammenschrumpfen | austrocknen; entwässern |
Synoniemen voor "trockenlegen":
Computer vertaling door derden: