Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. traulich:


Duits

Uitgebreide vertaling voor traulich (Duits) in het Zweeds

traulich:

traulich bijvoeglijk naamwoord

  1. traulich (gemütlich; vertraulich; intim; vertraut)
    konfidentiellt; konfidentiell; privat

Vertaal Matrix voor traulich:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
konfidentiell gemütlich; intim; traulich; vertraulich; vertraut
konfidentiellt gemütlich; intim; traulich; vertraulich; vertraut
privat gemütlich; intim; traulich; vertraulich; vertraut personenabhängig; persönlich; privat; relativ gesehen; subjectiv