Tief in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

tief:
- låg; lågt; inte högt; djup; innerligt; djupt; ytterst; avskyvärd; bovaktigt; avskyvärt; uruselt; skurkaktigt; bovaktig
Wiktionary:
- tief → djup, djupsinnig, mörk, låg, djupt

Duits

Uitgebreide vertaling voor tief (Duits) in het Zweeds

tief:

tief bijvoeglijk naamwoord

tief (falsch; niedrig; gering; niederträchtig; schofel; mies; schwach; dürftig; schäbig; banal; fühllos; trivial; schuftig; schändlich)
låg; lågt; inte högt
- låg bijvoeglijk naamwoord
- lågt bijvoeglijk naamwoord
- inte högt bijvoeglijk naamwoord
tief (innig; zärtlich; herzlich)
djup; innerligt
- djup bijvoeglijk naamwoord
- innerligt bijvoeglijk naamwoord
tief (tiefgehend; gründlich; weise; eingehend; grundlegend; tiefsinnig; gedankenvoll; einschneidend; tiefschürfend)
djup; djupt
- djup bijvoeglijk naamwoord
- djupt bijvoeglijk naamwoord
tief (tiefsinnig)
djup; djupt; ytterst; innerligt
- djup bijvoeglijk naamwoord
- djupt bijvoeglijk naamwoord
- ytterst bijvoeglijk naamwoord
- innerligt bijvoeglijk naamwoord
tief (schuftig; schlimm; öffentlich; niedrig; schwach; schmutzig; schlecht; winzig; gemein; platt; scheußlich; seicht; schäbig; verrucht; tückisch; schweinisch; obszön; trivial; verbrecherisch; schlüpfrig; schelmisch; niederträchtig; schofel; schwächlich; schamlos; schmählich; schändlich; unedel; schurkisch; nicht adlig)
avskyvärd; bovaktigt; avskyvärt; uruselt; skurkaktigt; bovaktig
- avskyvärd bijvoeglijk naamwoord
- bovaktigt bijvoeglijk naamwoord
- avskyvärt bijvoeglijk naamwoord
- uruselt bijvoeglijk naamwoord
- skurkaktigt bijvoeglijk naamwoord
- bovaktig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tief:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
djup		Tiefe
låg		Niedrigstrekord
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avskyvärd	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	abscheulich; niederträchtig; schamlos; schmählich; verbrecherisch
avskyvärt	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	abscheulich; niederträchtig; schamlos; schmählich; verbrecherisch
bovaktig	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	drollig; humoristisch; komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; witzig
bovaktigt	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	drollig; humoristisch; komisch; schalkhaft; schelmisch; schuftig; schurkisch; spaßhaft; witzig
djup	eingehend; einschneidend; gedankenvoll; grundlegend; gründlich; herzlich; innig; tief; tiefgehend; tiefschürfend; tiefsinnig; weise; zärtlich	Weh; gedankenvoll; tiefgehend; tiefliegend; tiefsinnig; weise
djupt	eingehend; einschneidend; gedankenvoll; grundlegend; gründlich; tief; tiefgehend; tiefschürfend; tiefsinnig; weise	Weh
innerligt	herzlich; innig; tief; tiefsinnig; zärtlich	gewaltig; glühend; heftig; herzlich; inbrünstig; innig; intensiv; intim; leidenschaftlich; vertraulich; vertraut
inte högt	banal; dürftig; falsch; fühllos; gering; mies; niederträchtig; niedrig; schofel; schuftig; schwach; schäbig; schändlich; tief; trivial
låg	banal; dürftig; falsch; fühllos; gering; mies; niederträchtig; niedrig; schofel; schuftig; schwach; schäbig; schändlich; tief; trivial	alltäglich; banal; bedrückt; betrübt; bösartig; böse; dubios; dürftig; einfach; falsch; fraglich; fragwürdig; fühllos; gedrückt; gehässig; gemein; gering; gespenstisch; glitschig; gruselig; gängig; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; häßlich; kleinlich; landläufig; mies; niedergeschlagen; niederträchtig; obskur; schamlos; schmierig; schmählich; schuftig; teuflisch; tiefhängend; unheimlich; verdächtig; verrucht; winzig
lågt	banal; dürftig; falsch; fühllos; gering; mies; niederträchtig; niedrig; schofel; schuftig; schwach; schäbig; schändlich; tief; trivial	alltäglich; arg; banal; bedrückt; betrübt; bösartig; böse; doppelzüngig; dubios; dürftig; einfach; falsch; fraglich; fragwürdig; fühllos; gedrückt; gehässig; gemein; gering; gespenstisch; glitschig; gruselig; gängig; handelen mit schlechten Gedanken; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; häßlich; kleinlich; landläufig; mies; niedergeschlagen; niederträchtig; obskur; schamlos; schlecht; schlimm; schmierig; schmählich; schuftig; teuflisch; tiefhängend; tückisch; unheimlich; verdächtig; verrucht; winzig; zornig; übel
skurkaktigt	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich	drollig; humoristisch; komisch; schalkhaft; schelmisch; spaßhaft; witzig
uruselt	gemein; nicht adlig; niederträchtig; niedrig; obszön; platt; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; tief; trivial; tückisch; unedel; verbrecherisch; verrucht; winzig; öffentlich
ytterst	tief; tiefsinnig	alleräußerst; alleräußerste; bedeutendste; herausfordernd; hervorragendste; höchst; höchste; höhnisch; oberste; provozierend; vornehmste; äußerst; übertreffend

Synoniemen voor "tief":

abgrundtief; unergründlich; zutiefst
hintergründig; profund; tiefdenkend; tiefschürfend
lange; lange Zeit; nachhaltig; stark
niedrig

Wiktionary: tief

Cross Translation:

From	To	Via
• tief	→ djup	↔ deep — having its bottom far down
• tief	→ djupsinnig; djup	↔ deep — profound
• tief	→ djup	↔ deep — seriously or to a significant extent, not superficial
• tief	→ djup	↔ deep — in extent in a direction away from the observer
• tief	→ djup	↔ deep — voluminous
• tief	→ mörk; låg; djup	↔ deep — of a sound or voice, low in pitch
• tief	→ djup	↔ deep — a long way inward
• tief	→ djup	↔ deep — difficult to awake
• tief	→ djup	↔ fast — of sleep: deep or sound
• tief	→ djupt	↔ fast — of sleeping: deeply or soundly
• tief	→ djup	↔ profond — De grande profondeur

Verwante vertalingen van tief

Remove Ads

Vertaal tief van Duits naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tief (Duits) in het Zweeds

tief:

tief bijvoeglijk naamwoord

tief (falsch; niedrig; gering; niederträchtig; schofel; mies; schwach; dürftig; schäbig; banal; fühllos; trivial; schuftig; schändlich)

tief (innig; zärtlich; herzlich)

tief (tiefgehend; gründlich; weise; eingehend; grundlegend; tiefsinnig; gedankenvoll; einschneidend; tiefschürfend)

tief (tiefsinnig)

Vertaal Matrix voor tief:

Synoniemen voor "tief":

Wiktionary: tief

Verwante vertalingen van tief