Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor temporal (Duits) in het Zweeds

temporal:

temporal bijvoeglijk naamwoord

  1. temporal (zeitlich; zeitweilig)
    temporärt; tillfälligt; tillfällig; provisoriskt; kortvarig; kortvarigt

Vertaal Matrix voor temporal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kortvarigt Kürze
tillfällig Interim; Zwischenraum; Zwischenzeit
tillfälligt Zeitarbeitskraft
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kortvarig temporal; zeitlich; zeitweilig
kortvarigt temporal; zeitlich; zeitweilig
provisoriskt temporal; zeitlich; zeitweilig aushilfsweise; provisorisch; temporär; vorübergehend; zeitlich; zeitweilig
temporärt temporal; zeitlich; zeitweilig aushilfsweise; fungierend; provisorisch; stellvertretend; temporär; vorübergehend; zeitlich; zeitweilig
tillfällig temporal; zeitlich; zeitweilig ab und zu; augenblicklich; augenblickliche; aushilfsweise; befristet; beiläufig; dannundwann; flüchtig; gelegentlich; incidentell; informell; inoffiziell; manchmall; monentele; provisorisch; temporär; unverbindlich; vorübergehend; zeitlich; zeitliche; zeitweilig
tillfälligt temporal; zeitlich; zeitweilig ab und zu; aufs Geratewohl; augenblicklich; augenblickliche; aushilfsweise; befristet; beiläufig; dannundwann; flüchtig; fungierend; gelegentlich; incidentell; informell; inoffiziell; manchmall; monentele; provisorisch; stellvertretend; temporär; unverbindlich; vorübergehend; zeitlich; zeitliche; zeitweilig; zufällig

Synoniemen voor "temporal":