Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal tarnen

Vertaal tarnen van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tarnen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor tarnen (Duits) in het Zweeds

tarnen:

tarnen werkwoord (tarne, tarnst, tarnt, tarnte, tarntet, getarnt)

  1. tarnen (vermummen; verkleiden; umkleiden)
    förkläda sig
    • förkläda sig werkwoord (förkläder sig, förklädde sig, förklätt sig)
  2. tarnen (verbergen; verstecken; kamouflieren; )
    gömma; dölja; avskärma; förtäcka
    • gömma werkwoord (gömmer, gömmde, gömmt)
    • dölja werkwoord (döljer, dolde, dolt)
    • avskärma werkwoord (avskärmer, avskärmde, avskärmt)
    • förtäcka werkwoord (förtäcker, förtäckte, förtäckt)
  3. tarnen (kamouflieren; verschleiern)
    förtäcka; dölja
    • förtäcka werkwoord (förtäcker, förtäckte, förtäckt)
    • dölja werkwoord (döljer, dolde, dolt)

Conjugations for tarnen:

Präsens
  1. tarne
  2. tarnst
  3. tarnt
  4. tarnen
  5. tarnt
  6. tarnen
Imperfekt
  1. tarnte
  2. tarntest
  3. tarnte
  4. tarnten
  5. tarntet
  6. tarnten
Perfekt
  1. habe getarnt
  2. hast getarnt
  3. hat getarnt
  4. haben getarnt
  5. habt getarnt
  6. haben getarnt
1. Konjunktiv [1]
  1. tarne
  2. tarnest
  3. tarne
  4. tarnen
  5. tarnet
  6. tarnen
2. Konjunktiv
  1. tarnte
  2. tarntest
  3. tarnte
  4. tarnten
  5. tarntet
  6. tarnten
Futur 1
  1. werde tarnen
  2. wirst tarnen
  3. wird tarnen
  4. werden tarnen
  5. werdet tarnen
  6. werden tarnen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde tarnen
  2. würdest tarnen
  3. würde tarnen
  4. würden tarnen
  5. würdet tarnen
  6. würden tarnen
Diverses
  1. tarn!
  2. tarnt!
  3. tarnen Sie!
  5. getarnt
  6. tarnend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor tarnen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avskärma abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten abzäunen
dölja abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten ausblenden; bedecken; bekleiden; beziehen; einhüllen; hineinfressen; hinunterschlucken; hüllen; kamouflieren; reduzieren; verbeißen; verbergen; verdecken; verhehlen; verheimlichen; verhüllen; verkleiden; verschleiern; verschweigen; versehen; verstecken; vertuschen; zurückhalten
förkläda sig tarnen; umkleiden; verkleiden; vermummen
förtäcka abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten
gömma abschirmen; hinterziehen; kamouflieren; tarnen; verbergen; verhehlen; verheimlichen; verschleiern; verschweigen; verstecken; zurückhalten Schutz suchen; Schutzsuchen; kamouflieren; sich verstecken; sichverstecken; verbergen; verhehlen; verstecken; zuflücten
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
gömma Aufbewahrungsort

Synoniemen voor "tarnen":


Wiktionary: tarnen

Cross Translation:
FromToVia
• tarnen → maskera; kamouflera ↔ camouflage — hide, disguise







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0833 seconde
Page rendered in 1.0 seconds