Duits

Uitgebreide vertaling voor sumpfig (Duits) in het Zweeds

sumpfig:

sumpfig bijvoeglijk naamwoord

  1. sumpfig (schlammig; trübe; tonig; lehmig)
    smutsigt; slaskigt; sluddrig; smörjigt; sluddrigt; smörjig
  2. sumpfig (morastig)
    sankt; sumpig; sumpigt; träskartad; träskartat

Vertaal Matrix voor sumpfig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smutsigt Dreck; Schmutz; Schmutzigkeit; Unsauberkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sankt morastig; sumpfig
slaskigt lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
sluddrig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe spritzend; sprudelnd
sluddrigt lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe spritzend; sprudelnd
smutsigt lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe abgestanden; abscheuerregend; abscheulich; ekelerregend; ekelhaft; eklig; faul; fett; fettig; fleckig; gemein; grindig; krätzig; lumpig; nierderträchtig; platt; ranzig; räudig; scheußlich; schlammig; schlampig; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmutziggrau; schweinisch; stinkend; stinkig; trivial; trübe; unflätig; unsauber; verderbt; verdorben; verfault; vergammelt; verkommen; widerlich; widerwärtig; wie ein Schwein
smörjig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
smörjigt lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
sumpig morastig; sumpfig
sumpigt morastig; sumpfig
träskartad morastig; sumpfig
träskartat morastig; sumpfig

Synoniemen voor "sumpfig":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van sumpfig