Duits

Uitgebreide vertaling voor stringent (Duits) in het Zweeds

stringent:

stringent bijvoeglijk naamwoord

  1. stringent (schlüssig)
    stringent; slagkraftig; bindandet; övertygandet; slagkraftigt
  2. stringent (überzeugend; nachdrücklich; dringlich; )
    övertalande
  3. stringent (notwendig; dringend; dringlich; dringend nötig)
    oumbärlig; essentiellt; högst nödvändigt; oumbärligt; högst nödvändig

Vertaal Matrix voor stringent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
övertalande Ablisten; Abschmeicheln; Anfeuern; Animieren; Anregen; Anreizen; Anspornen; Anstoßen; Antreiben
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bindandet schlüssig; stringent
essentiellt dringend; dringend nötig; dringlich; notwendig; stringent benötigt; dringend notwendig; entbehrlich; erforderlich; essentiell; fundamental; notwendig; nötig; unentbehrlich
högst nödvändig dringend; dringend nötig; dringlich; notwendig; stringent
högst nödvändigt dringend; dringend nötig; dringlich; notwendig; stringent
oumbärlig dringend; dringend nötig; dringlich; notwendig; stringent dringend notwendig; entbehrlich; entscheidend; erforderlich; essentiell; notwendig; unentbehrlich; wesentlich
oumbärligt dringend; dringend nötig; dringlich; notwendig; stringent dringend notwendig; entbehrlich; entscheidend; erforderlich; essentiell; notwendig; unentbehrlich; wesentlich
slagkraftig schlüssig; stringent
slagkraftigt schlüssig; stringent
stringent schlüssig; stringent gebieterisch; genau; gerade; gewissenhaft; streng; strikt; unerbittlich
övertalande dringend; dringend nötig; dringlich; nachdrücklich; notwendig; stringent; überzeugend schleimerisch; schleimig; schmeichlerisch; überredend
övertygandet schlüssig; stringent

Synoniemen voor "stringent":