Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor stoppelig (Duits) in het Zweeds

stoppelig:

stoppelig bijvoeglijk naamwoord

  1. stoppelig (unrasiert; ungeschoren)
    orakad; orakat
  2. stoppelig (sarkastisch; schneidend; scharf; )
    sarkastisk; sarkastiskt
  3. stoppelig (struppig)
    sträv; borstig
  4. stoppelig (aggressiv; gewalttätig; gewaltsam; )
    aggressiv; våldsamt; aggressivt

Vertaal Matrix voor stoppelig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aggressiv aggressiv; brutal; gewaltsam; gewalttätig; roh; rüde; scharf; schroff; schwer; stark; stoppelig; struppig; störrisch; stürmisch; ungestüm; unsanft; unzart; wild; zottig; zutäppisch aggressiv; angreifend; gewaltsam; offensiv
aggressivt aggressiv; brutal; gewaltsam; gewalttätig; roh; rüde; scharf; schroff; schwer; stark; stoppelig; struppig; störrisch; stürmisch; ungestüm; unsanft; unzart; wild; zottig; zutäppisch aggressiv; angreifend; gewaltsam; offensiv
borstig stoppelig; struppig
orakad stoppelig; ungeschoren; unrasiert
orakat stoppelig; ungeschoren; unrasiert
sarkastisk anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend
sarkastiskt anzüglich; beißend; bissig; gehässig; sarkastisch; scharf; schneidend; stachlig; stoppelig; ätzend
sträv stoppelig; struppig emotielos; hartherzig; unberührt
våldsamt aggressiv; brutal; gewaltsam; gewalttätig; roh; rüde; scharf; schroff; schwer; stark; stoppelig; struppig; störrisch; stürmisch; ungestüm; unsanft; unzart; wild; zottig; zutäppisch angreifend; brutal; erregt; feurig; gereizt; gewaltsam; gewalttätig; grell; grimmig; grob; haarig; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; kräftig; rauh; roh; rüde; scharf; schlimm; schroff; stark; unsanft; unzart; wild