Starrsinnig in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor starrsinnig (Duits) in het Zweeds

starrsinnig:

starrsinnig bijvoeglijk naamwoord

starrsinnig (starrköpfig; dickköpfig; starr; eisern)
envis; självsvåldigt; egensinnigt; oresonligt; envist; självsvåldig
- envis bijvoeglijk naamwoord
- självsvåldigt bijvoeglijk naamwoord
- egensinnigt bijvoeglijk naamwoord
- oresonligt bijvoeglijk naamwoord
- envist bijvoeglijk naamwoord
- självsvåldig bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (schwerhandhabbar; trotzig; aufsässig; widerspenstig; steuerlos; störrisch; widerborstig; unhandlich; ungebärdig; unlenkbar)
svårhanterligt; motsträvande; motsträvandet
- svårhanterligt bijvoeglijk naamwoord
- motsträvande bijvoeglijk naamwoord
- motsträvandet bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (eigensinnig; starrköpfig; eigenwillig; trotzig; schwierig; widerspenstig; dickköpfig; starr; widerborstig; widersetzlich; ungebärdig; schwerhandhabbar; widerwillig; aufsässig; störrisch; unwillig)
envis; obstinat
- envis bijvoeglijk naamwoord
- obstinat bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (ungelehrig; starrköpfig)
tjurskalligt; förstockad; förstockat
- tjurskalligt bijvoeglijk naamwoord
- förstockad bijvoeglijk naamwoord
- förstockat bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (widerborstig; schwierig; eigenwillig; widerwillig; unwillig; starrköpfig; trotzig; widerspenstig; eigensinnig; aufsässig; störrisch; dickköpfig; ungebärdig; schwerhandhabbar)
ihållande; obstinat; egensinnig; hårdnackad; egensinnigt; hårdnackat; motspänstigt; ihållandet
- ihållande bijvoeglijk naamwoord
- obstinat bijvoeglijk naamwoord
- egensinnig bijvoeglijk naamwoord
- hårdnackad bijvoeglijk naamwoord
- egensinnigt bijvoeglijk naamwoord
- hårdnackat bijvoeglijk naamwoord
- motspänstigt bijvoeglijk naamwoord
- ihållandet bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (widerspenstig; steuerlos; störrisch; unhandlich; widersetzlich; widerborstig; unlenkbar; unregierbar)
ohanterligt; oregerlig; oregerligt
- ohanterligt bijvoeglijk naamwoord
- oregerlig bijvoeglijk naamwoord
- oregerligt bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (starrköpfig; trotzig; aufsässig; schwer handhabbar; unregierbar; widerspenstig; störrisch; widersetzlich; widerborstig; unhandlich; ungebärdig; unlenkbar)
tjurig; halstarrig; envis; envist; tjurigt; halstarrigt
- tjurig bijvoeglijk naamwoord
- halstarrig bijvoeglijk naamwoord
- envis bijvoeglijk naamwoord
- envist bijvoeglijk naamwoord
- tjurigt bijvoeglijk naamwoord
- halstarrigt bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (widerspenstig; eigenwillig; störrisch; dickköpfig; eigensinnig; starrköpfig)
uppstudsig; trotsig; obstinat; trotsigt; envist; motsträvigt; motspänstig; motspänstigt; oregerligt; uppstudsigt
- uppstudsig bijvoeglijk naamwoord
- trotsig bijvoeglijk naamwoord
- obstinat bijvoeglijk naamwoord
- trotsigt bijvoeglijk naamwoord
- envist bijvoeglijk naamwoord
- motsträvigt bijvoeglijk naamwoord
- motspänstig bijvoeglijk naamwoord
- motspänstigt bijvoeglijk naamwoord
- oregerligt bijvoeglijk naamwoord
- uppstudsigt bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (unregierbar; steuerlos; unlenkbar; trotzig; widerspenstig; störrisch; widersetzlich; widerborstig; unhandlich; ungebärdig; schwerhandhabbar)
okontrollerbar
- okontrollerbar bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (dickköpfig; starr; trotzig; eigenwillig; eigenbrötlerisch; störrisch; starrköpfig; unbeugsam; widerwillig; widerborstig; widerspenstig; eigensinnig)
envis; styvsint
- envis bijvoeglijk naamwoord
- styvsint bijvoeglijk naamwoord
starrsinnig (eigensinnig; aufsässig; dickköpfig; starrköpfig; obstinat)
gensträvigt; vrång; vrångt; halsstarrigt; gensträvig
- gensträvigt bijvoeglijk naamwoord
- vrång bijvoeglijk naamwoord
- vrångt bijvoeglijk naamwoord
- halsstarrigt bijvoeglijk naamwoord
- gensträvig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor starrsinnig:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
egensinnig	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; schwierig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig	eigenmächtig; quer
egensinnigt	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; eisern; schwerhandhabbar; schwierig; starr; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig	eigenmächtig; quer
envis	aufsässig; dickköpfig; eigenbrötlerisch; eigensinnig; eigenwillig; eisern; schwer handhabbar; schwerhandhabbar; schwierig; starr; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; unbeugsam; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; unwillig; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig; widerwillig	andauernd; anhaltend; ausdauernd; beharrlich; beständig; eisern; fortgesetzt; fortwährend; hartnäckig; kontinuierlich; naseweis; sicher; standhaft; unerschütterlich; vorlaut; vorwitzig
envist	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; eisern; schwer handhabbar; starr; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig	andauernd; anhaltend; ausdauernd; beharrlich; beständig; eisern; fortgesetzt; fortwährend; hartnäckig; kontinuierlich; naseweis; sicher; standhaft; unerschütterlich; vorlaut; vorwitzig
förstockad	starrköpfig; starrsinnig; ungelehrig
förstockat	starrköpfig; starrsinnig; ungelehrig
gensträvig	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; obstinat; starrköpfig; starrsinnig	eigensinnig
gensträvigt	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; obstinat; starrköpfig; starrsinnig	eigensinnig
halsstarrigt	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; obstinat; starrköpfig; starrsinnig
halstarrig	aufsässig; schwer handhabbar; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig
halstarrigt	aufsässig; schwer handhabbar; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig
hårdnackad	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; schwierig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig
hårdnackat	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; schwierig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig
ihållande	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; schwierig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig
ihållandet	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; schwierig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig
motspänstig	dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; widerspenstig	auflehnend; aufsässig
motspänstigt	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; schwierig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig	auflehnend; aufsässig; eigensinnig
motsträvande	aufsässig; schwerhandhabbar; starrsinnig; steuerlos; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; widerborstig; widerspenstig
motsträvandet	aufsässig; schwerhandhabbar; starrsinnig; steuerlos; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; widerborstig; widerspenstig
motsträvigt	dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; widerspenstig	abweisend; auflehnend; aufsässig
obstinat	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; schwierig; starr; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig; widerwillig
ohanterligt	starrsinnig; steuerlos; störrisch; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig	abgespannt; bäuerisch; dünn; eckig; entspannt; flau; flegelhaft; gebrechlich; grob; grobschlächtig; hilflos; hinfällig; kantig; kraftlos; krankhaft; kränklich; lahm; lasch; lustlos; lästig; mißlich; schlacksig; schlaff; schlapp; schwerfällig; schwächlich; stelzbeinig; stümperhaft; taktlos; tapprig; tapsig; täppisch; tölpelhaft; umbequem; unbehaglich; unbeholfen; ungehobelt; ungelenk; ungeschickt; ungeschlacht; unhandlich; weich; welk; wässerig
okontrollerbar	schwerhandhabbar; starrsinnig; steuerlos; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig
oregerlig	starrsinnig; steuerlos; störrisch; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig	auffahrend; bewegt; durcheinander; gellend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; stürmisch; temperamentvoll; unbeherrscht; ungestüm
oregerligt	dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; starrköpfig; starrsinnig; steuerlos; störrisch; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig	auffahrend; bewegt; durcheinander; gellend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; in Berührung; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; stürmisch; temperamentvoll; unbeherrscht; ungestüm; unlenkbar; unregierbar; zügellos
oresonligt	dickköpfig; eisern; starr; starrköpfig; starrsinnig
självsvåldig	dickköpfig; eisern; starr; starrköpfig; starrsinnig	eigenmächtig
självsvåldigt	dickköpfig; eisern; starr; starrköpfig; starrsinnig	eigenmächtig
styvsint	dickköpfig; eigenbrötlerisch; eigensinnig; eigenwillig; starr; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; unbeugsam; widerborstig; widerspenstig; widerwillig
svårhanterligt	aufsässig; schwerhandhabbar; starrsinnig; steuerlos; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; widerborstig; widerspenstig
tjurig	aufsässig; schwer handhabbar; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig	naseweis; vorlaut; vorwitzig
tjurigt	aufsässig; schwer handhabbar; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unhandlich; unlenkbar; unregierbar; widerborstig; widersetzlich; widerspenstig	naseweis; vorlaut; vorwitzig
tjurskalligt	starrköpfig; starrsinnig; ungelehrig	dickköpfig
trotsig	dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; widerspenstig	trotzend; überdauernd
trotsigt	dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; widerspenstig	trotzend; überdauernd
uppstudsig	dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; widerspenstig
uppstudsigt	dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; widerspenstig	aufrührerisch; aufständisch; aufsässig; rebellisch; revolutionär
vrång	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; obstinat; starrköpfig; starrsinnig
vrångt	aufsässig; dickköpfig; eigensinnig; obstinat; starrköpfig; starrsinnig

Synoniemen voor "starrsinnig":

eigensinnig; formalistisch; hartnäckig; refraktär; starrköpfig; unnachgiebig; verbohrt; widerstandsfähig

Remove Ads

Vertaal starrsinnig van Duits naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor starrsinnig (Duits) in het Zweeds

starrsinnig:

starrsinnig bijvoeglijk naamwoord

starrsinnig (starrköpfig; dickköpfig; starr; eisern)

starrsinnig (schwerhandhabbar; trotzig; aufsässig; widerspenstig; steuerlos; störrisch; widerborstig; unhandlich; ungebärdig; unlenkbar)

starrsinnig (eigensinnig; starrköpfig; eigenwillig; trotzig; schwierig; widerspenstig; dickköpfig; starr; widerborstig; widersetzlich; ungebärdig; schwerhandhabbar; widerwillig; aufsässig; störrisch; unwillig)

starrsinnig (ungelehrig; starrköpfig)

starrsinnig (widerborstig; schwierig; eigenwillig; widerwillig; unwillig; starrköpfig; trotzig; widerspenstig; eigensinnig; aufsässig; störrisch; dickköpfig; ungebärdig; schwerhandhabbar)

starrsinnig (widerspenstig; steuerlos; störrisch; unhandlich; widersetzlich; widerborstig; unlenkbar; unregierbar)

starrsinnig (starrköpfig; trotzig; aufsässig; schwer handhabbar; unregierbar; widerspenstig; störrisch; widersetzlich; widerborstig; unhandlich; ungebärdig; unlenkbar)

starrsinnig (widerspenstig; eigenwillig; störrisch; dickköpfig; eigensinnig; starrköpfig)

starrsinnig (unregierbar; steuerlos; unlenkbar; trotzig; widerspenstig; störrisch; widersetzlich; widerborstig; unhandlich; ungebärdig; schwerhandhabbar)

starrsinnig (dickköpfig; starr; trotzig; eigenwillig; eigenbrötlerisch; störrisch; starrköpfig; unbeugsam; widerwillig; widerborstig; widerspenstig; eigensinnig)

starrsinnig (eigensinnig; aufsässig; dickköpfig; starrköpfig; obstinat)

Vertaal Matrix voor starrsinnig:

Synoniemen voor "starrsinnig":