Duits
Uitgebreide vertaling voor sichherumtreiben (Duits) in het Zweeds
sichherumtreiben:
-
sichherumtreiben (umherschweifen; wandern; streifen; herumreisen; streichen; irren; trampen; schweifen; streunen; herumspazieren; herumirren; schwalken; herumschlendern; herumwandeln)
Vertaal Matrix voor sichherumtreiben:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ströva | herumirren; herumreisen; herumschlendern; herumspazieren; herumwandeln; irren; schwalken; schweifen; sichherumtreiben; streichen; streifen; streunen; trampen; umherschweifen; wandern | herumirren; herumstreifen; herumstreunen; irren; streunen; umherschweifen |