Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. schwächer werden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor schwächer werden (Duits) in het Zweeds

schwächer werden:

schwächer werden werkwoord

  1. schwächer werden (ermatten; schwach werden; ermüden; erlahmen; erschlaffen)
    försvaga; vekna; förslappa; tappa kraft; mattas
    • försvaga werkwoord (försvager, försvagde, försvagt)
    • vekna werkwoord (veknar, veknade, veknat)
    • förslappa werkwoord (förslappar, förslappade, förslappat)
    • tappa kraft werkwoord (tappar kraft, tappade kraft, tappat kraft)
    • mattas werkwoord (mattaar, mattaade, mattat)

Vertaal Matrix voor schwächer werden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förslappa erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
försvaga erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden abschwächen; entkräften; nachlassen; seine Kräfte lassen nach; weggleiten; widerlegen
mattas erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
tappa kraft erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
vekna erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden auftauen; aufweichen; einweichen; erweichen; tauen; weich werden

Synoniemen voor "schwächer werden":


Verwante vertalingen van schwächer werden