Schneeweiß in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

schneeweiß:
- snövit; snövitt; blekfisigt; blekfisig; blekt som ett lakan; rent; kysk; obefläckad; obefläckat; kyskt

Duits

Uitgebreide vertaling voor schneeweiß (Duits) in het Zweeds

schneeweiß:

schneeweiß bijvoeglijk naamwoord

schneeweiß (blütenweiß)
snövit; snövitt
- snövit bijvoeglijk naamwoord
- snövitt bijvoeglijk naamwoord
schneeweiß (totenblaß; blaß; schlohweiß; leichenblaß)
blekfisigt; blekfisig; blekt som ett lakan
- blekfisigt bijvoeglijk naamwoord
- blekfisig bijvoeglijk naamwoord
- blekt som ett lakan bijvoeglijk naamwoord
schneeweiß (rein; unschuldig; einwandfrei; fleckenlos; sauber; frisch; makellos; fehlerfrei; keusch; unbefleckt; blütenweiß)
rent; kysk; obefläckad; obefläckat; kyskt
- rent bijvoeglijk naamwoord
- kysk bijvoeglijk naamwoord
- obefläckad bijvoeglijk naamwoord
- obefläckat bijvoeglijk naamwoord
- kyskt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor schneeweiß:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
blekfisig	blaß; leichenblaß; schlohweiß; schneeweiß; totenblaß
blekfisigt	blaß; leichenblaß; schlohweiß; schneeweiß; totenblaß
blekt som ett lakan	blaß; leichenblaß; schlohweiß; schneeweiß; totenblaß
kysk	blütenweiß; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; keusch; makellos; rein; sauber; schneeweiß; unbefleckt; unschuldig	keusch; sittsam; unbefleckt; unbesudelt; züchtig
kyskt	blütenweiß; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; keusch; makellos; rein; sauber; schneeweiß; unbefleckt; unschuldig	keusch; sittsam; unbefleckt; unbesudelt; züchtig
obefläckad	blütenweiß; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; keusch; makellos; rein; sauber; schneeweiß; unbefleckt; unschuldig
obefläckat	blütenweiß; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; keusch; makellos; rein; sauber; schneeweiß; unbefleckt; unschuldig	unbefleckt; unbesudelt
rent	blütenweiß; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; keusch; makellos; rein; sauber; schneeweiß; unbefleckt; unschuldig	achtenswert; angemessen; anständig; artig; aufgeräumt; ausschließlich; ehrbar; ehrenwert; ehrlich; einfach; fehlerfrei; galant; ganz; geradeweg; gesäubert; glockenrein; höflich; jungfraulich; jungfräulich; keusch; lauter; nicht verschnitten; ordentlich; pur; rein; rundheraus; sauber; sauber und rein; schicklich; sittsam; tugendhaft; unangetastet; unbefleckt; unberührt; unbeschädigt; unbesudelt; unverfälscht; unverschnitten; unversehrt; wohlanständig; wohlerzogen; züchtig
snövit	blütenweiß; schneeweiß
snövitt	blütenweiß; schneeweiß

Synoniemen voor "schneeweiß":

blütenweiß; perlweiß; schlohweiß; strahlend weiß

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal schneeweiß van Duits naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor schneeweiß (Duits) in het Zweeds

schneeweiß:

schneeweiß bijvoeglijk naamwoord

schneeweiß (blütenweiß)

schneeweiß (totenblaß; blaß; schlohweiß; leichenblaß)

schneeweiß (rein; unschuldig; einwandfrei; fleckenlos; sauber; frisch; makellos; fehlerfrei; keusch; unbefleckt; blütenweiß)

Vertaal Matrix voor schneeweiß:

Synoniemen voor "schneeweiß":