Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rundlich:


Duits

Uitgebreide vertaling voor rundlich (Duits) in het Zweeds

rundlich:

rundlich bijvoeglijk naamwoord

  1. rundlich (wohlgetan)
    välgjord; välgjort
  2. rundlich (mollig; pummelig)
    rund; mullligt
  3. rundlich
    runt; rund
    • runt bijvoeglijk naamwoord
    • rund bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor rundlich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rund Runde; Rundgang; Rundgänge; Rundläufe; Umgang
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mullligt mollig; pummelig; rundlich
rund mollig; pummelig; rundlich kugelformig; ringförmig
runt rundlich kreisförmig; kugelformig; ringförmig; rund; um; um herum
välgjord rundlich; wohlgetan
välgjort rundlich; wohlgetan

Synoniemen voor "rundlich":