Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. raus:
  2. Wiktionary:
    • raus → ut


Duits

Uitgebreide vertaling voor raus (Duits) in het Zweeds

raus:

raus bijvoeglijk naamwoord

  1. raus
    ut därifrån; ut

Vertaal Matrix voor raus:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ut raus
ut därifrån raus

Wiktionary: raus

raus
adverb
  1. schnell gesprochenes, in flüssiger Rede und umgangssprachlich und in vielen Dialekten auftauchendes heraus oder hinaus
    • rausut