Duits
Uitgebreide vertaling voor quer (Duits) in het Zweeds
quer:
-
quer (gekreutzt)
-
quer
tvärt; egensinnig; egensinnigt; med tvärgående fibrer-
tvärt bijvoeglijk naamwoord
-
egensinnig bijvoeglijk naamwoord
-
egensinnigt bijvoeglijk naamwoord
-
med tvärgående fibrer bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor quer:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
egensinnig | quer | aufsässig; dickköpfig; eigenmächtig; eigensinnig; eigenwillig; schwerhandhabbar; schwierig; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig |
egensinnigt | quer | aufsässig; dickköpfig; eigenmächtig; eigensinnig; eigenwillig; eisern; schwerhandhabbar; schwierig; starr; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; ungebärdig; unwillig; widerborstig; widerspenstig; widerwillig |
korsad | gekreutzt; quer | |
korsat | gekreutzt; quer | |
korslagt | gekreutzt; quer | |
med tvärgående fibrer | quer | |
tvärt | quer | launisch; nicht elegant; plump |