Duits
Uitgebreide vertaling voor prononciert (Duits) in het Zweeds
prononciert:
-
prononciert (unverkennbar; ausgeprägt; markant)
-
prononciert (auffallend; auffällig; ungewöhnlich; beachtenswert; hervorragend; unverkennbar; hervorspringend)
imponerande; slående; frapperande; markant; anslående-
imponerande bijvoeglijk naamwoord
-
slående bijvoeglijk naamwoord
-
frapperande bijvoeglijk naamwoord
-
markant bijvoeglijk naamwoord
-
anslående bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor prononciert:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
utpräglad | Dienstgradabzeichen; Rangabzeichen | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anslående | auffallend; auffällig; beachtenswert; hervorragend; hervorspringend; prononciert; ungewöhnlich; unverkennbar | |
distinkt | ausgeprägt; markant; prononciert; unverkennbar | |
frapperande | auffallend; auffällig; beachtenswert; hervorragend; hervorspringend; prononciert; ungewöhnlich; unverkennbar | |
imponerande | auffallend; auffällig; beachtenswert; hervorragend; hervorspringend; prononciert; ungewöhnlich; unverkennbar | |
markant | auffallend; auffällig; beachtenswert; hervorragend; hervorspringend; prononciert; ungewöhnlich; unverkennbar | |
slående | auffallend; auffällig; beachtenswert; hervorragend; hervorspringend; prononciert; ungewöhnlich; unverkennbar | denkwürdig |
utpräglad | ausgeprägt; markant; prononciert; unverkennbar | |
uttalad | ausgeprägt; markant; prononciert; unverkennbar | gesagt; gesprochen; wortwörtlich; wörtlich |
Computer vertaling door derden: