Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plus:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor plus (Duits) in het Zweeds

plus:

plus

  1. plus (und)

plus bijvoeglijk naamwoord

  1. plus (obendrauf)
    plus; utöver
    • plus bijvoeglijk naamwoord
    • utöver bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor plus:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
och plus; und
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plus obendrauf; plus
utöver obendrauf; plus

Synoniemen voor "plus":


Wiktionary: plus


Cross Translation:
FromToVia
plus och; plus plus — arithmetic: sum