Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. planieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor planieren (Duits) in het Zweeds

planieren:

planieren werkwoord

  1. planieren (ebenen; glätten)
    utjämna; plana; jämna
    • utjämna werkwoord (utjämnar, utjämnade, utjämnat)
    • plana werkwoord (planar, planade, planat)
    • jämna werkwoord (jämnar, jämnade, jämnat)

Vertaal Matrix voor planieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jämna ebenen; glätten; planieren abhandeln; abplatten; abstreichen; abwickeln; angleichen; ausbügeln; ausgleichen; ausstreichen; beilegen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; nivellieren; polieren; regulieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
plana ebenen; glätten; planieren abplatten; ebnen; egalisieren
utjämna ebenen; glätten; planieren angleichen; ausbalancieren; ausgleichen; balancieren; ebnen; egalisieren; entsprechen; gleichen; nivellieren; regulieren; übereinstimmen

Synoniemen voor "planieren":