Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. optimistisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor optimistisch (Duits) in het Zweeds

optimistisch:

optimistisch bijvoeglijk naamwoord

  1. optimistisch
    optimistisk; optimistiskt; hoppfullt; tillförsiktlig; tillförsiktligt

Vertaal Matrix voor optimistisch:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoppfullt optimistisch hoffentlich
optimistisk optimistisch
optimistiskt optimistisch
tillförsiktlig optimistisch
tillförsiktligt optimistisch

Synoniemen voor "optimistisch":

  • erwartungsfroh; guten Mutes; guten Muts; hochgemut; hoffnungsfroh; hoffnungsvoll; voller Zuversicht; wohlgemut; zukunftsgläubig; zuversichtlich

Wiktionary: optimistisch

optimistisch
adjective
  1. positiv denkend, das Beste annehmend

Cross Translation:
FromToVia
optimistisch optimistisk optimistic — expecting a good outcome
optimistisch munter; positiv; upprymd; uppspelt; uppåt; pigg upbeat — Having a positive, lively, or perky tone, attitude, etc.
optimistisch optimistisk optimiste — Qui a rapport à l’optimisme.