Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nonchalant:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor nonchalant (Duits) in het Zweeds

nonchalant:

nonchalant bijvoeglijk naamwoord

  1. nonchalant (sorglos)
    nonchalant; tanklös; vårdslöst; tanklöst

Vertaal Matrix voor nonchalant:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nonchalant nonchalant; sorglos
tanklös nonchalant; sorglos abwesend; gedankenlos; geistesabwesend; leichtfertig; leichtsinnig; unaufmerksam; unbedachtsam; unbesonnen; unbewußt; unüberlegt; waghalsig
tanklöst nonchalant; sorglos abwesend; gedankenlos; geistesabwesend; leichtfertig; leichtsinnig; unaufmerksam; unbedacht; unbedachtsam; unbesonnen; unbewußt; unüberlegt; waghalsig
vårdslöst nonchalant; sorglos

Synoniemen voor "nonchalant":


Wiktionary: nonchalant

nonchalant