Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal neulich

Vertaal neulich van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

neulich:
- just; bara för en minut sedan; häromdagen; nyligen
Wiktionary:
- neulich → nyligen, häromsistens
- neulich → nyligen, på sistone, på senare tid, häromdagen

Duits

Uitgebreide vertaling voor neulich (Duits) in het Zweeds

neulich:

neulich bijvoeglijk naamwoord

neulich (gerade; vorhin)
just; bara för en minut sedan
- just bijvoeglijk naamwoord
- bara för en minut sedan bijvoeglijk naamwoord
neulich (vor kurzem; letztens; jüngst)
häromdagen; nyligen
- häromdagen bijvoeglijk naamwoord
- nyligen bijvoeglijk naamwoord
neulich
nyligen
- nyligen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor neulich:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bara för en minut sedan	gerade; neulich; vorhin
häromdagen	jüngst; letztens; neulich; vor kurzem
just	gerade; neulich; vorhin
nyligen	jüngst; letztens; neulich; vor kurzem	gerade; gerade eben; kürzlich geschehen; neu; neuartig; rezent

Synoniemen voor "neulich":

in letzter Zeit; jüngst; kürzlich; letztens; letzthin; rezent; unlängst; vor Kurzem; vor kurzem; vor kurzer Zeit; vorhin

Wiktionary: neulich

neulich

adverb

vor nicht langer Zeit; vor Kurzem
- neulich → nyligen; häromsistens

Cross Translation:

From	To	Via
• neulich	→ nyligen; på sistone	↔ of late — recently
• neulich	→ nyligen; på senare tid	↔ recently — in the recent past
• neulich	→ häromdagen	↔ the other day — lately