Duits
Uitgebreide vertaling voor nah (Duits) in het Zweeds
nah:
-
nah (in-der-Nähe; nahe; naheliegend; dicht; knapp; eng)
i närheten-
i närheten bijvoeglijk naamwoord
-
-
nah (dicht bei; in der Nähe; dicht)
Vertaal Matrix voor nah:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
i närheten | dicht; eng; in-der-Nähe; knapp; nah; nahe; naheliegend | hier; hier im Gegend |
närheten | dicht; dicht bei; in der Nähe; nah |