Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nämlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor nämlich (Duits) in het Zweeds

nämlich:

nämlich bijvoeglijk naamwoord

  1. nämlich (das heißt)
    nämligen; för

Vertaal Matrix voor nämlich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
för Bug; Steven; Vordersteven
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
för für; pro
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
för das heißt; nämlich denn; für
nämligen das heißt; nämlich

Synoniemen voor "nämlich":


Wiktionary: nämlich

nämlich
adverb
  1. -
adjective
  1. veraltet: derselbe, die-, dasselbe