Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. machbar:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor machbar (Duits) in het Zweeds

machbar:

machbar bijvoeglijk naamwoord

  1. machbar (realisierbar; erreichbar)
    möjligheter
  2. machbar
    möjlig att göra; möjligt att göra

Vertaal Matrix voor machbar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
möjligheter Chancen; Dynamik; Energie; Gelegenheit zur Verwesentlichung; Gelegenheiten; Gewalt; Gewandtheit; Kraft; Möglichkeiten; Potenz; Stärke
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
möjlig att göra machbar
möjligheter erreichbar; machbar; realisierbar
möjligt att göra machbar

Synoniemen voor "machbar":


Wiktionary: machbar

machbar
adjective
  1. so, dass man es durchführen/machen kann

Cross Translation:
FromToVia
machbar möjlig; genomförbar feasible — that can be done in practice
machbar möjlig possible — Qui pouvoir être.