Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lebend:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor lebend (Duits) in het Zweeds

lebend:

lebend bijvoeglijk naamwoord

  1. lebend (existierend)
    levande

Vertaal Matrix voor lebend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levande Wohnen; sich Aufhalten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
levande existierend; lebend angeregt; ausgelassen; eifrig; emsig; fröhlich; gesellig; gesund; heiter; keck; lebendig; lebhaft; lustig; munter; quick; springlebendig; vergnüglich; wohlgemut

Synoniemen voor "lebend":


Wiktionary: lebend


Cross Translation:
FromToVia
lebend levande live — having life
lebend levande living — In use or existing
lebend levande living — A state of having life
lebend levande vivant — Qui douer de vie.

Verwante vertalingen van lebend