Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. löslich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor löslich (Duits) in het Zweeds

löslich:

löslich bijvoeglijk naamwoord

  1. löslich (lösbar; auflösbar)
    nedbrytbar; nedbrytbart

Vertaal Matrix voor löslich:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nedbrytbar auflösbar; lösbar; löslich
nedbrytbart auflösbar; lösbar; löslich

Wiktionary: löslich


Cross Translation:
FromToVia
löslich löslig soluble — able to be dissolved
löslich löslig solvable — capable of being dissolved