Duits
Uitgebreide vertaling voor kurzgefaßt (Duits) in het Zweeds
kurzgefaßt:
-
kurzgefaßt (kurz; bündig)
kortfattat; kort sammanfattat; kort sammanfattad-
kortfattat bijvoeglijk naamwoord
-
kort sammanfattat bijvoeglijk naamwoord
-
kort sammanfattad bijvoeglijk naamwoord
-
-
kurzgefaßt (bündig; kurz; summarisch)
koncist; kortfattad; kortfattat-
koncist bijvoeglijk naamwoord
-
kortfattad bijvoeglijk naamwoord
-
kortfattat bijvoeglijk naamwoord
-
-
kurzgefaßt
-
kurzgefaßt (bündig; kurz)
kort referat-
kort referat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor kurzgefaßt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
koncist | bündig; kurz; kurzgefaßt; summarisch | bündig; knapp; kurz; summarisch |
kort referat | bündig; kurz; kurzgefaßt | |
kort sagt | kurzgefaßt | kurzerhand; kurzweg |
kort sammanfattad | bündig; kurz; kurzgefaßt | |
kort sammanfattat | bündig; kurz; kurzgefaßt | |
kortfattad | bündig; kurz; kurzgefaßt; summarisch | bündig; der Kürze halber; kernig |
kortfattat | bündig; kurz; kurzgefaßt; summarisch | bündig; der Kürze halber; kernig; knapp; kurz; kurzerhand; summarisch |