Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal kurzerhand

Vertaal kurzerhand van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

kurzerhand:
- kort sagt; kortfattat; hel kort; bara; helt enkelt; utan eftertänkan; utan omvägar
Wiktionary:
- kurzerhand → utan omsvep, hastigt och lustigt

Duits

Uitgebreide vertaling voor kurzerhand (Duits) in het Zweeds

kurzerhand:

kurzerhand bijvoeglijk naamwoord

kurzerhand (kurzweg)
kort sagt
- kort sagt bijvoeglijk naamwoord
kurzerhand (kurz)
kortfattat; hel kort
- kortfattat bijvoeglijk naamwoord
- hel kort bijvoeglijk naamwoord
kurzerhand (kurzweg; einfach)
bara; helt enkelt
- bara bijvoeglijk naamwoord
- helt enkelt bijvoeglijk naamwoord
kurzerhand (einfach)
utan eftertänkan
- utan eftertänkan bijvoeglijk naamwoord
kurzerhand (kurzweg; ohne Umschweife)
utan omvägar
- utan omvägar bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor kurzerhand:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bara	einfach; kurzerhand; kurzweg	bar; eben; einfach; gerade; gerade eben; glatt; pur; rein; sauber; schier; unverfälscht; wahr
hel kort	kurz; kurzerhand
helt enkelt	einfach; kurzerhand; kurzweg
kort sagt	kurzerhand; kurzweg	kurzgefaßt
kortfattat	kurz; kurzerhand	bündig; der Kürze halber; kernig; knapp; kurz; kurzgefaßt; summarisch
utan eftertänkan	einfach; kurzerhand
utan omvägar	kurzerhand; kurzweg; ohne Umschweife

Synoniemen voor "kurzerhand":

a limine; brevi manu; mir nichts, dir nichts; ohne zu zögern; ohne Zögern; unbesehen

Wiktionary: kurzerhand

kurzerhand

adverb

ohne Umschweife, rasch, ohne groß darüber nachzudenken
- kurzerhand → utan omsvep; hastigt och lustigt