Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- kreiden:
-
Wiktionary:
- kreiden → krit-, av krita
- kreiden → krita, rita med krita
Duits
Uitgebreide vertaling voor kreiden (Duits) in het Zweeds
kreiden:
-
kreiden (Kreide hinzufügen)
-
kreiden
-
kreiden
Conjugations for kreiden:
Präsens
- kreide
- kreidst
- kreidt
- kreiden
- kreidt
- kreiden
Imperfekt
- kreidte
- kreidtest
- kreidte
- kreidten
- kreidtet
- kreidten
Perfekt
- habe gekreidet
- hast gekreidet
- hat gekreidet
- haben gekreidet
- habt gekreidet
- haben gekreidet
1. Konjunktiv [1]
- kreide
- kreidest
- kreide
- kreiden
- kreidet
- kreiden
2. Konjunktiv
- kreidte
- kreidtest
- kreidte
- kreidten
- kreidtet
- kreidten
Futur 1
- werde kreiden
- wirst kreiden
- wird kreiden
- werden kreiden
- werdet kreiden
- werden kreiden
1. Konjunktiv [2]
- würde kreiden
- würdest kreiden
- würde kreiden
- würden kreiden
- würdet kreiden
- würden kreiden
Diverses
- kreid!
- kreidt!
- kreiden Sie!
- gekreidet
- kreidend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor kreiden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
krita | Buntstift; Farbstift; Kreide; Kreidestift; Merlan; Mörtel; Schulkreide; Stück Kreide; Wittling; Zeichenkreide | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
krita | Kreide hinzufügen; kreiden | |
krita ner | Kreide hinzufügen; kreiden | |
måla med krita | kreiden |
Wiktionary: kreiden
kreiden
adjective