Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- krankhaft:
-
Wiktionary:
- krankhaft → sjuklig
- krankhaft → patologisk
Duits
Uitgebreide vertaling voor krankhaft (Duits) in het Zweeds
krankhaft:
-
krankhaft (pathologisch)
-
krankhaft (unhandlich; stümperhaft; unbehaglich; weich; lustlos; hinfällig; ungeschickt; kraftlos; umbequem; grob; lasch; lästig; schwerfällig; flau; schwächlich; tapsig; grobschlächtig; dünn; lahm; entspannt; eckig; schlapp; hilflos; welk; schlaff; kantig; ungelenk; unbeholfen; schlacksig; ungehobelt; abgespannt; gebrechlich; bäuerisch; mißlich; flegelhaft; wässerig; kränklich; tölpelhaft; täppisch; taktlos; ungeschlacht; stelzbeinig; tapprig)
ohanterligt; svårhanterlig; ohanterlig; klumpigt-
ohanterligt bijvoeglijk naamwoord
-
svårhanterlig bijvoeglijk naamwoord
-
ohanterlig bijvoeglijk naamwoord
-
klumpigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor krankhaft:
Synoniemen voor "krankhaft":
Wiktionary: krankhaft
krankhaft
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• krankhaft | → patologisk | ↔ pathological — pertaining to pathology |