Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal knöchern

Vertaal knöchern van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

knöchern:
- ben; uthungrad; benig; benigt; knotigt

Duits

Uitgebreide vertaling voor knöchern (Duits) in het Zweeds

knöchern:

knöchern bijvoeglijk naamwoord

knöchern (beinern)
ben
- ben bijvoeglijk naamwoord
knöchern (ausgezehrt; dürr; schmächtig; spindeldürr; hohläugig)
uthungrad
- uthungrad bijvoeglijk naamwoord
knöchern (spindeldürr; dürr; hager; knochig)
benig
- benig bijvoeglijk naamwoord
knöchern (knochig; knochenartig; beinartig; grobknochig)
benig; benigt; knotigt
- benig bijvoeglijk naamwoord
- benigt bijvoeglijk naamwoord
- knotigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor knöchern:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ben		Beine; Gebeine; Gerippe; Gerüst; Knochen; Knochenbau; Knöchel; Pfote; Skelett; Verlängerung einer Ecke
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ben	beinern; knöchern
benig	beinartig; dürr; grobknochig; hager; knochenartig; knochig; knöchern; spindeldürr	ausgemergeld; grätig; knochenartig; knochig; voller Gräten
benigt	beinartig; grobknochig; knochenartig; knochig; knöchern	abgemagert; ausgemergeld; ausgezehrt; beinartig; grätig; knochenartig; knochig; nur noch Haut und Knochen; spindeldürr; voller Gräten
knotigt	beinartig; grobknochig; knochenartig; knochig; knöchern	beinartig; eckig; knochenartig; mit Ecken
uthungrad	ausgezehrt; dürr; hohläugig; knöchern; schmächtig; spindeldürr