Duits
Uitgebreide vertaling voor klirrend (Duits) in het Zweeds
klirrend:
-
klirrend (bitter entäuscht; verbittert; hell; wütend; hart; wüst; roh; tüchtig; wild; öde; grell; heftig; bissig; rüde; rasend; grimmig; stürmisch; höllisch; schneidig; schnippisch; tobend; haarig; gellend; beißend; geharnischt)
förbittrat; bitter; bittet-
förbittrat bijvoeglijk naamwoord
-
bitter bijvoeglijk naamwoord
-
bittet bijvoeglijk naamwoord
-
-
klirrend (unbeherrscht; grimmig; hemmungslos; gellend; hell; hart; scharf; grob; leidenschaftlich; grell; heftig; bewegt; stürmisch; hitzig; höllisch; jähzornig; temperamentvoll; ungestüm; auffahrend)
oregerligt; obehärskad; oregerlig; obehärskat; obalanserat-
oregerligt bijvoeglijk naamwoord
-
obehärskad bijvoeglijk naamwoord
-
oregerlig bijvoeglijk naamwoord
-
obehärskat bijvoeglijk naamwoord
-
obalanserat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor klirrend:
Computer vertaling door derden: