Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. junger Zweig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor junger Zweig (Duits) in het Zweeds

junger Zweig:

junger Zweig [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der junger Zweig (Reis)
    gren; kvist; spö; ättling
    • gren zelfstandig naamwoord
    • kvist [-en] zelfstandig naamwoord
    • spö [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ättling [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor junger Zweig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gren Reis; junger Zweig Anhaltspunkt; Entlastung; Fach; Fachbereich; Gabelung; Halt; Hilfe; Stütze; Unterstützung; Verzweigung; Verästelung; Zuversicht; Zweig
kvist Reis; junger Zweig
spö Reis; junger Zweig Flechtrohr; Geflecht; Geißel; Karbatsche; Peitsche; Reitpeitsche; Ried; Rotan; Rotang; Schilf; Schilfgras; Schilfrohr; Uferschilf
ättling Reis; junger Zweig Abkomme; Abkömmling; Erbe; Geschlecht; Kinder; Nachkommen; Nachkommenschaft; Sproß; Sprößling; Zweig

Verwante vertalingen van junger Zweig