Ins Haus liefern in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

ins Haus liefern:
- hemleverera; leverera; förse; lämna över; dela ut; tillföra

Duits

Uitgebreide vertaling voor ins Haus liefern (Duits) in het Zweeds

ins Haus liefern (bestellen; bringen; zustellen; besorgen; abgeben; abliefern; liefern; senden)
hemleverera
- hemleverera werkwoord (hemlevererar, hemlevererade, hemlevererat)
ins Haus liefern (besorgen; zustellen; hergeben; reichen; austragen; senden; herreichen; liefern)
leverera; förse; lämna över; dela ut; tillföra
- leverera werkwoord (levererar, levererade, levererat)
- förse werkwoord (förser, försåg, försett)
- lämna över werkwoord (lämnar över, lämnade över, lämnat över)
- dela ut werkwoord (delar ut, delade ut, delat ut)
- tillföra werkwoord (tillförar, tillförade, tillförat)

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dela ut	austragen; besorgen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; liefern; reichen; senden; zustellen	ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; einflößen; eingeben; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; herumreichen; holen; liefern; schaffen; teilen; verabreichen; verbreiten; vermitteln; verordnen; verschaffen; verteilen; zuteilen; überreichen
förse	austragen; besorgen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; liefern; reichen; senden; zustellen	bereitstellen; dienen; geben; helfen; mithelfen; schaffen; verschaffen; zur Verfügung stellen
hemleverera	abgeben; abliefern; besorgen; bestellen; bringen; ins Haus liefern; liefern; senden; zustellen
leverera	austragen; besorgen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; liefern; reichen; senden; zustellen	abgeben; abliefern; ausliefern; besorgen; bestellen; bringen; ins Haus schicken; liefern; rundbringen; zustellen; überreichen
lämna över	austragen; besorgen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; liefern; reichen; senden; zustellen	besorgen; bringen; ins Haus schicken; rundbringen; zustellen
tillföra	austragen; besorgen; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; liefern; reichen; senden; zustellen	bevorraten; mit Vorräten versehen; mit Vorräten versorgen