Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. impulsiv:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor impulsiv (Duits) in het Zweeds

impulsiv:

impulsiv bijvoeglijk naamwoord

  1. impulsiv (unbesonnen)
    spontan; spontant; impulsivt

Vertaal Matrix voor impulsiv:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impulsivt impulsiv; unbesonnen
spontan impulsiv; unbesonnen
spontant impulsiv; unbesonnen freiwillig

Synoniemen voor "impulsiv":


Wiktionary: impulsiv

impulsiv
adjective
  1. plötzlichen Eingebungen folgend