Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. implodieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor implodieren (Duits) in het Zweeds

implodieren:

implodieren werkwoord

  1. implodieren (einstürzen)
    ströta in; implodera
    • ströta in werkwoord (strötar in, strötade in, strötat in)
    • implodera werkwoord (imploderar, imploderade, imploderat)

Vertaal Matrix voor implodieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
implodera einstürzen; implodieren
ströta in einstürzen; implodieren

Synoniemen voor "implodieren":

  • in sich zusammenstürzen