Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. herumreisend:


Duits

Uitgebreide vertaling voor herumreisend (Duits) in het Zweeds

herumreisend:

herumreisend bijvoeglijk naamwoord

  1. herumreisend (umherreisend)
    resande
  2. herumreisend (wandernd; umherstreifend)
    vandrande

Vertaal Matrix voor herumreisend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resande Fahrgast; Fluggast; Flugreisende; Gast; Insasse; Passagier; Reisende; Sich erheben
vandrande Irrfahrt; Wanderfahrt; Wandersport; Wanderung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resande herumreisend; umherreisend ambulant; herumziehend
vandrande herumreisend; umherstreifend; wandernd unstet

Computer vertaling door derden: