Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- heilig:
-
Wiktionary:
- heilig → verkligen, ärligt talat, vördnadsbjudande, otrolig, stor, helig
- heilig → helig
Duits
Uitgebreide vertaling voor heilig (Duits) in het Zweeds
heilig:
-
heilig (geweiht)
-
heilig (verherrlicht; herrlich; selig; himmlisch; köstlich; gottselig; wonnig; glorreich)
fantastiskt; utomordentligt; underbart; fantastisk; härlig; praktfullt; underbar; härligt-
fantastiskt bijvoeglijk naamwoord
-
utomordentligt bijvoeglijk naamwoord
-
underbart bijvoeglijk naamwoord
-
fantastisk bijvoeglijk naamwoord
-
härlig bijvoeglijk naamwoord
-
praktfullt bijvoeglijk naamwoord
-
underbar bijvoeglijk naamwoord
-
härligt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor heilig:
Synoniemen voor "heilig":
Wiktionary: heilig
heilig
Cross Translation:
adjective
-
regional, (umgangssprachlich), nur als Adverb verwendet: wahrhaftig, ehrlich
- heilig → verkligen; ärligt talat
-
gehoben: unantastbar, Ehrfurcht einflößend, ernst
- heilig → vördnadsbjudande
-
(umgangssprachlich) entsetzlich, groß
-
göttlich, verehrenswürdig, sehr fromm, geweiht
- heilig → helig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• heilig | → helig | ↔ sacré — (religion) Qui concerner la religion, qui a pour objet le culte de Dieu ou des dieux. |
• heilig | → helig | ↔ saint — pur, souverainement parfait et bienheureux. |
Computer vertaling door derden: