Harmonisch in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

harmonisch:
- harmonisk; harmoniskt; melodiöst; melodiös; lugn; lugnt; behärskat; jämnt

Duits

Uitgebreide vertaling voor harmonisch (Duits) in het Zweeds

harmonisch (ausgeglichen)
harmonisk; harmoniskt
- harmonisk bijvoeglijk naamwoord
- harmoniskt bijvoeglijk naamwoord
harmonisch (melodisch; wohllautend; melodiös; sonor; wohlklingend)
melodiöst; melodiös
- melodiöst bijvoeglijk naamwoord
- melodiös bijvoeglijk naamwoord
harmonisch (gelassen; ausgeglichen)
lugn; lugnt; behärskat
- lugn bijvoeglijk naamwoord
- lugnt bijvoeglijk naamwoord
- behärskat bijvoeglijk naamwoord
harmonisch (im Gleichgewicht sein; ausgeglichen; gelassen)
jämnt
- jämnt bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lugn		Flaute; Friedfertigkeit; Kalme
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
behärskat	ausgeglichen; gelassen; harmonisch	beherrschen; beherrscht; dominieren; dominiert
harmonisk	ausgeglichen; harmonisch
harmoniskt	ausgeglichen; harmonisch
jämnt	ausgeglichen; gelassen; harmonisch; im Gleichgewicht sein	eben; egal; flach; gleich; platt; quitt sein; reibungslos
lugn	ausgeglichen; gelassen; harmonisch	eben; egal; flach; gleich; platt
lugnt	ausgeglichen; gelassen; harmonisch	eben; egal; entgegenkommend; flach; freundlich; freundschaftlich; friedlich; gelassen; gleich; gleichmütig; herzlich; jovial; kalm; kollegial; leise; liebenswürdig; platt; ruhig; sanft; still; sympathisch; unbesorgt; unbewegt; wohlwollend; zugänglich
melodiös	harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend
melodiöst	harmonisch; melodisch; melodiös; sonor; wohlklingend; wohllautend	klangvoll; klingend; melodisch; melodiös; wohlklingend; wohllautend

ansehnlich; attraktiv; ein erfreulicher Anblick; eine Augenweide; entzückend; fesch; gut aussehend; herrlich; hinreißend; hübsch; lieblich; liebreizend; reizend; schön; sexy
beschaulich; friedvoll; heimelig; idyllisch; lauschig; malerisch
brüderlich; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; einvernehmlich; einverständlich; friedlich; geschlossen; gleichgesinnt; im Einklang; im Gleichklang
abgerundet; abgestimmt; geschmackvoll
ausgeglichen; ausgewogen; im Gleichgewicht; in Balance; pari

Computer vertaling door derden: