Duits
Uitgebreide vertaling voor harmlos (Duits) in het Zweeds
harmlos:
-
harmlos (ungefährlich)
-
harmlos (mühelos; ungezwungen; einfach; gemächlich; gewöhnlich; licht; glatt; einfältig; gefügig; zwanglos; simpel; ungekünstelt; imHandumdrehen; leicht; sanft; schlicht; gelinde; anspruchslos; kindisch; formlos)
ansträngningslöst; ansträngningslös-
ansträngningslöst bijvoeglijk naamwoord
-
ansträngningslös bijvoeglijk naamwoord
-
-
harmlos (unschuldig; arglos; gutartig; schuldlos)
oskyldig; oskyldigt; oskuldsfullt; oförvitlig; oförvitligt-
oskyldig bijvoeglijk naamwoord
-
oskyldigt bijvoeglijk naamwoord
-
oskuldsfullt bijvoeglijk naamwoord
-
oförvitlig bijvoeglijk naamwoord
-
oförvitligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
harmlos (risikolos; ungefährlich; gefahrlos)
Vertaal Matrix voor harmlos:
Synoniemen voor "harmlos":
Wiktionary: harmlos
harmlos
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• harmlos | → ofarlig | ↔ harmless — incapable of causing harm or danger |
• harmlos | → ofarlig; oskyldig; oskadlig | ↔ innocuous — harmless |
• harmlos | → ofarlig; säker; trygg | ↔ inoffensif — Qui n'est pas dangereux, qui ne fait pas de mal. |
• harmlos | → ofarlig; säker; trygg; pålitlig; tillförlitlig; given | ↔ sûr — dont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai. |