Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. halb:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor halb (Duits) in het Zweeds

halb:

halb bijvoeglijk naamwoord

  1. halb
    halvt
    • halvt bijvoeglijk naamwoord
  2. halb
    halv; halvt
    • halv bijvoeglijk naamwoord
    • halvt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor halb:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halv halb
halvt halb

Synoniemen voor "halb":


Wiktionary: halb

halb
adjective
  1. nicht ganz
  2. geteilt durch zwei; die Hälfte von etwas seiend

Cross Translation:
FromToVia
halb halv demi — Qui contenir, qui fait, qui est la moitié d’une chose diviser ou divisible en deux parties égales.