Duits
Uitgebreide vertaling voor großsprecherisch (Duits) in het Zweeds
großsprecherisch:
-
großsprecherisch (angeberisch; protzend; aufschneiderisch; prahlerisch; dicktuerisch)
-
großsprecherisch (prahlerisch; dicktuerisch)
-
großsprecherisch
synligt; skrävlig; skrävligt; framvisande-
synligt bijvoeglijk naamwoord
-
skrävlig bijvoeglijk naamwoord
-
skrävligt bijvoeglijk naamwoord
-
framvisande bijvoeglijk naamwoord
-