Duits
Uitgebreide vertaling voor grenzenlos (Duits) in het Zweeds
grenzenlos:
-
grenzenlos (unbegrenzt)
oändligt; vidsträckt; ofantlig; ofantligt-
oändligt bijvoeglijk naamwoord
-
vidsträckt bijvoeglijk naamwoord
-
ofantlig bijvoeglijk naamwoord
-
ofantligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
grenzenlos (uneingeschränkt; unbegrenzt; unlimitiert; unbeschränkt; endlos; unendlich)
gränslös; obegränsat; gränslöst; oinskränkt; ändlöst-
gränslös bijvoeglijk naamwoord
-
obegränsat bijvoeglijk naamwoord
-
gränslöst bijvoeglijk naamwoord
-
oinskränkt bijvoeglijk naamwoord
-
ändlöst bijvoeglijk naamwoord
-
-
grenzenlos (entlos dauernd; endlos; zeitlebens; ewig; lebenslang; lebenslänglich; auf Lebenszeit)
-
grenzenlos (ellenlang; unendlich; langedauernd; endlos; jahrelang; lang; ewig; unübersehbar; langwierig; unabsehbar)
oändligt; evigt; ändlöst; oändlig; ändlös; oupphörlig; oupphörligt-
oändligt bijvoeglijk naamwoord
-
evigt bijvoeglijk naamwoord
-
ändlöst bijvoeglijk naamwoord
-
oändlig bijvoeglijk naamwoord
-
ändlös bijvoeglijk naamwoord
-
oupphörlig bijvoeglijk naamwoord
-
oupphörligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
grenzenlos (lebenslang; lebenslänglich; ewig; endlos; zeitlebens; auf Lebenszeit)
-
grenzenlos (unermeßlich; unendlich; endlos; abgrundtief)
-
grenzenlos (unlimitiert; unbegrenzt; unbeschränkt; uneingeschränkt)
gränslös; obegränsat; obegränsad; gränslöst-
gränslös bijvoeglijk naamwoord
-
obegränsat bijvoeglijk naamwoord
-
obegränsad bijvoeglijk naamwoord
-
gränslöst bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor grenzenlos:
Computer vertaling door derden: