Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal glasig

Vertaal glasig van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

glasig:
- uttrycklös; uttrycklöst; glaserad; glaserat; glansigt; glaslik; spegelblankt; glaslikt; genomskinlig; genomlysande; genomskinligt
Wiktionary:
- glasig → glasartad, glasig
- glasig → vitreös

Duits

Uitgebreide vertaling voor glasig (Duits) in het Zweeds

glasig:

glasig bijvoeglijk naamwoord

glasig (nichtssagend; leer; unwesentlich; ausdruckslos)
uttrycklös; uttrycklöst
- uttrycklös bijvoeglijk naamwoord
- uttrycklöst bijvoeglijk naamwoord
glasig (glasartig; gläsern; durchsichtig; glashell)
glaserad; glaserat; glansigt; glaslik; spegelblankt; glaslikt
- glaserad bijvoeglijk naamwoord
- glaserat bijvoeglijk naamwoord
- glansigt bijvoeglijk naamwoord
- glaslik bijvoeglijk naamwoord
- spegelblankt bijvoeglijk naamwoord
- glaslikt bijvoeglijk naamwoord
glasig (durchsichtig; transparent; durchscheinend; gläsern; glashell; glasartig)
genomskinlig; genomlysande; genomskinligt
- genomskinlig bijvoeglijk naamwoord
- genomlysande bijvoeglijk naamwoord
- genomskinligt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor glasig:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
genomskinlig	durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent	transparent
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
genomlysande	durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent
genomskinligt	durchscheinend; durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern; transparent
glansigt	durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern	geglänst; geleckt; geputzt; geschliffen; glasiert; glimmend; glänzend; poliert; strahlend
glaserad	durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern	glasiert
glaserat	durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern	glasiert
glaslik	durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern
glaslikt	durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern
spegelblankt	durchsichtig; glasartig; glashell; glasig; gläsern
uttrycklös	ausdruckslos; glasig; leer; nichtssagend; unwesentlich
uttrycklöst	ausdruckslos; glasig; leer; nichtssagend; unwesentlich

Synoniemen voor "glasig":

blicklos; leer

Wiktionary: glasig

glasig

adjective

wie Glas, eine Eigenschaft von Glas aufweisend
- glasig → glasartad; glasig

Cross Translation:

From	To	Via
• glasig	→ vitreös	↔ vitreous — glassy