Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gezuckert:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gezuckert (Duits) in het Zweeds

gezuckert:

gezuckert bijvoeglijk naamwoord

  1. gezuckert (süß; süßlich; gesüßt)
    sötad; sötat

Vertaal Matrix voor gezuckert:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sötad gesüßt; gezuckert; süß; süßlich
sötat gesüßt; gezuckert; süß; süßlich

Synoniemen voor "gezuckert":


Wiktionary: gezuckert


Cross Translation:
FromToVia
gezuckert söt; sötad sweet — containing a sweetening ingredient