Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. geriffelt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor geriffelt (Duits) in het Zweeds

geriffelt:

geriffelt bijvoeglijk naamwoord

  1. geriffelt (genarbt; gefurcht)
    karvad; karvat; ristat; skårat; skårad
  2. geriffelt (gerippt)
    randig
    • randig bijvoeglijk naamwoord
  3. geriffelt (gefaltet; gefurcht; genarbt)
    rynkig; skrynkligt; rynkigt

Vertaal Matrix voor geriffelt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
karvad gefurcht; genarbt; geriffelt
karvat gefurcht; genarbt; geriffelt
randig geriffelt; gerippt gestreift
ristat gefurcht; genarbt; geriffelt
rynkig gefaltet; gefurcht; genarbt; geriffelt
rynkigt gefaltet; gefurcht; genarbt; geriffelt gekreuzelt; runzlig
skrynkligt gefaltet; gefurcht; genarbt; geriffelt
skårad gefurcht; genarbt; geriffelt
skårat gefurcht; genarbt; geriffelt

Synoniemen voor "geriffelt":


Wiktionary: geriffelt

geriffelt
adjective
  1. von Oberflächen: mit feinen, parallelen Riefen, Rillen oder Rippen (Graten) versehen