Duits
Uitgebreide vertaling voor flexibel (Duits) in het Zweeds
flexibel:
-
flexibel (biegsam; dehnbar; geschmeidig; nachgiebig; elastisch; formbar; beugsam; gelenkig; knetbar)
-
flexibel (beugsam; geschmeidig; gefügig; entgegenkommend; fügsam)
böjligt; smidig; mjukt; smidigt; eftergivlig; eftergivligt-
böjligt bijvoeglijk naamwoord
-
smidig bijvoeglijk naamwoord
-
mjukt bijvoeglijk naamwoord
-
smidigt bijwoord
-
eftergivlig bijvoeglijk naamwoord
-
eftergivligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
flexibel (beugsam)
anpassningsbar; anpassningsbart; flexibelt-
anpassningsbar bijvoeglijk naamwoord
-
anpassningsbart bijvoeglijk naamwoord
-
flexibelt bijvoeglijk naamwoord
-
-
flexibel (knetbar; reibungslos; nachgiebig; formbar; glatt; geschmeidig; dehnbar; gefügig; gelenkig; elastisch; entgegenkommend; biegsam; faltbar; fügsam; biegungsfähig; beugsam)
-
flexibel (Bandbreite)
Vertaal Matrix voor flexibel:
Synoniemen voor "flexibel":
Wiktionary: flexibel
flexibel
adjective
-
Psychologie, Wirtschaftswesen: Fähigkeit, sich auf geänderte Anforderungen und Gegebenheiten einer Umwelt einstellen zu können
- flexibel → flexibel
-
Technik: Eigenschaft von Körpern, sich leicht mechanisch verändern zu lassen
- flexibel → flexibel
Computer vertaling door derden: